Een draaisluis dient om de ruimte boven de sluis af te dichten van de ruimte onder de sluis. De afdichting in een draaisluis moet dus niet alleen zorgen voor een goede afsluiting tussen verschillende drukgebieden (statische afdichting), maar ook bestand zijn tegen de dynamische belasting van de roterende beweging (dynamische afdichting).
In een sluis met open rotor gebeurt de afdichting met een minimale speling tussen rotor en stator EN met een minimale speling tussen rotor en flenzen aan weerszijden van de sluis. Een sluis met open rotor is vaak de standaardkeuze, want de toepassingsmogelijkheden zijn zeer breed. Bovendien heeft een open rotor een beter rendement en een langere standtijd.
Bij een sluis met een gesloten rotor gebeurt de afdichting ook tussen rotor en stator, maar niet tussen rotor en flenzen. Een gesloten rotor is vele malen sterker dan een open rotor en is daardoor erg geschikt voor sluizen die gebruikt worden in zware belastingen waarbij breken en snijden van de grondstof noodzakelijk is alsook in sluizen met grote diameters (> ca. 600 mm). Een sluis met gesloten rotor is bovendien eenvoudiger om te produceren en bijgevolg goedkoper in uitvoering.